Balans
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden verantwoord tegen aanschafwaarde onder aftrek van de terzake van de investeringen aan derden in rekening gebrachte bedragen. Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan de onderneming en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De kostprijs van de genoemde activa bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik.
Op de materiële vaste activa wordt afgeschreven vanaf het moment dat het actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik. Afschrijving wordt beëindigd bij buitengebruikstelling of desinvestering van het actief. De afschrijvingspercentages zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.
Waardering na eerste verwerking vindt plaats tegen historische kostprijs. Bij de bepaling van de boekwaarde van materiële vaste activa wordt gebruikgemaakt van schattingen van afschrijvingstermijnen, deze zijn afgeleid van verwachtingen omtrent de technische en economische levensduur van de onderliggende activa. Als gevolg van veranderingen op het gebied van technologische ontwikkelingen of in het gebruik van de activa kunnen veranderingen ontstaan in de levensduur van de activa. Dit kan dan aanleiding geven tot een bijzondere waardevermindering.
Opbrengsten die zich kwalificeren als overheidssubsidies worden in mindering gebracht op de kosten van het actief. Bijdragen in de aanleg van aansluitleidingen, worden niet in mindering gebracht, maar verantwoord onder de langlopende schulden en via amortisatie ten gunste van het resultaat gebracht.
Uitgaven worden slechts geactiveerd voor zover deze bestemd zijn om de uitoefening van de werkzaamheid van Oasen duurzaam te dienen.
Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
Aanschaf, nieuwbouw, vervanging en (grootschalige) wijzigingen van objecten wordt geactiveerd;
Uren die betrekking hebben op investeringen worden geactiveerd;
Activering vindt plaats tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs;
Kosten voor sloop/verwijdering worden geactiveerd als onderdeel van de investering, indien de sloop/verwijdering benodigd is om de investering daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. In alle andere gevallen wordt sloop/verwijdering verantwoord in de exploitatie;
Uitgaven worden slechts geactiveerd wanneer er sprake is van een levensduur groter of gelijk aan 3 jaar (duurzaam);
De volgende regels gelden voor toerekening van kosten aan investeringen(materiële vaste activa):
Alle kosten die volgen na de business case zijn investeringskosten.
Geen activering van indirecte interne kosten;
Geen activering bouwrente;
De kosten voor directievoering worden geactiveerd.
Beleid groot onderhoud
De kosten van het groot onderhoud zijn opgenomen in de kostprijs van het actief. De boekwaarde van de te vervangen bestanddelen van het actief is in één keer ten laste van het resultaat gebracht. Vanaf de eerste verwerking van het actief worden de kosten van het groot onderhoud als belangrijk bestandsdeel aangemerkt, welke afzonderlijk wordt afgeschreven op basis van de 'componentenbenadering'.
Beleid per groep
Terreinen, gebouwen, machines en installaties
De aanschaf en (nieuw)bouw van terreinen, gebouwen, machines en installaties (inclusief bronnen en pompen) wordt geactiveerd.
Hoofdleidingen
Geactiveerd wordt de aanleg, vervanging en wijziging van een hoofdleiding, ongeacht de hoogte van de kosten. Bij transport markeert het einde van een leidingproject het einde van de investering. Na de eindrapportage hoofdleidingwerken en de overdracht van de leidingwerken aan de regio (of productie) vallen de verdere kosten in de exploitatie (behoudens aanspraken op aannemers). Wel dienen bij het einde van het project de op dat moment voorzienbare kosten als verplichting op het investeringsproject opgenomen te worden.
Aansluitleidingen
Aanleg en vervanging van aansluitleidingen wordt geactiveerd.
Vervoermiddelen
Vervoermiddelen worden geactiveerd.
Inventaris
Aanschaf van inventaris wordt geactiveerd.
Computerapparatuur (hard- en software)
Hard- en software wordt geactiveerd.
Afschrijvingsbeleid
Activa |
Afschrijvingspercentage |
Jaren |
Grond |
- |
- |
Terreinaanleg |
5 |
20 |
Gebouwen |
2,5 - 4 |
25 - 40 |
Restauratie en verbouwing |
10 |
10 |
Bronnen |
5 |
20 |
Machines/pompen/installaties |
5 - 6,67 |
15 - 20 |
Ruw- en reinwaterleidingen |
2,5 |
40 |
Transportleidingen |
2,5 |
40 |
Hoofdleidingen |
3 |
3,33 |
Aansluitleidingen |
3,33 - 4 |
25 - 30 |
Inventaris |
10 |
10 |
Computerapparatuur en telecommunicatie |
33,33 |
3 |
Vervoermiddelen |
20 |
5 |
Financiële vaste activa
De onder de financiële vaste activa verantwoorde kapitaalbelangen worden opgenomen tegen verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs van de deelneming(en) op moment van verkrijging gesteld op de waarde van de deelneming zoals dat is overeengekomen, of de reële waarde van de andere tegenprestatie die door de deelnemende rechtspersoon in ruil is verstrekt, vermeerderd met eventuele kosten die direct toerekenbaar zijn aan het verkrijgen van de deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere realiseerbare waarde. Indien sprake is van een stellig voornemen tot afstoting vindt waardering plaats tegen de eventuele lagere verwachte verkoopwaarde. Indien de onderneming een actief of een passief overdraagt aan een deelneming die wordt gewaardeerd op verkrijgingsprijs of actuele waarde, wordt de winst of het verlies voortvloeiend uit deze overdracht direct en volledig in de winst- en verliesrekening verwerkt, tenzij de winst op de overdracht in wezen niet is gerealiseerd.
Vlottende activa
Voorraden
Voorraden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de kostprijs, zijnde de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De vervolgwaarde voor de voorraden is kostprijs op basis van de 'first-in, first-out' (FIFO)-methode of lagere opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de meest betrouwbare schatting van het bedrag dat de voorraden maximaal zullen opbrengen, onder aftrek van nog te maken kosten. De voorraden worden aangehouden voor de in het eigen bedrijf duurzaam aangewende materiële vaste activa alsook voor derden.
Vorderingen
De vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten.
Vorderingen op handelsdebiteuren
Vorderingen op handelsdebiteuren worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs, onder aftrek van een voorziening voor mogelijke oninbaarheid, die op individuele basis wordt bepaald. De vorderingen worden opgenomen inclusief belasting op leidingwater (BoL). Gezien de looptijd korter dan 1 jaar is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde.
Overige vorderingen
De overige vorderingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Gezien de looptijd korter dan 1 jaar is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde.
Liquide middelen
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de vennootschap. Indien liquide middelen niet ter vrije beschikking staan, wordt hiermee rekening gehouden bij de waardering. In vreemde valuta luidende liquide middelen worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. Verwezen wordt verder naar de prijsgrondslagen voor vreemde valuta.
Eigen vermogen
Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als eigenvermogensinstrumenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. Uitkeringen aan houders van deze instrumenten worden in mindering op het eigen vermogen gebracht na aftrek van eventueel hiermee verband houdend voordeel uit hoofde van belasting naar de winst. Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerd onder schulden. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord als kosten of opbrengsten
Voorzieningen
Algemeen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.
Voorziening toekomstige uitkeringen
Deze voorziening betreft de toekomstige uitkeringen uit hoofde van toekomstige uit te keren diensttijdgratificatie. Voor 2022 werd deze voorziening actuarieel berekend. Vanaf 2022 wordt, gezien de hoogte van de voorziening deze intern berekend door Oasen zelf. De kosten voor een actuariële berekening staan niet meer in verhouding tot de hoogte van de voorziening.
In de CAO 2009-2011 is afgesproken dat de diensttijdgratificatie direct iedere maand via het salaris wordt uitbetaald. Voor bepaalde groepen deelnemers geldt nog een overgangsregeling en wordt de diensttijdgratificatie op de oude manier uitbetaald bij het bereiken van een bepaald aantal dienstjaren.
Schulden
Schulden worden bij de eerste waardering gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Langlopende, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. De effectieve rente wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Schulden met een resterende looptijd van meer dan een jaar worden onder langlopende schulden opgenomen. Schulden die binnen een jaar vervallen worden opgenomen onder kortlopende schulden.
Egalisatierekening bijdragen van derden
De egalisatierekening bijdragen van derden wordt gewaardeerd tegen de van derden ontvangen bijdragen in aanleg van aansluitleidingen verminderd met amortisaties. De amortisatie van de egalisatierekening vindt plaats in 25 jaar en is gelijkgesteld aan de afschrijvingstermijn van de investeringen in aansluitleidingen. De jaarlijkse amortisatie wordt verantwoord onder de overige omzet. Het kortlopend deel van de egalisatierekening bijdragen van derden wordt verantwoord onder de kortlopende verplichtingen.
Kortlopende schulden
Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. Dit is meestal de nominale waarde.
Schulden aan kredietinstellingen
Onder schulden aan kredietinstellingen vallen kasgeldleningen en rekening courant kredieten van banken.
Handelscrediteuren
Waardering vindt plaats tegen nominale waarde. Zodra Oasen contractpartij is en/of er een concrete dienst of levering van goederen heeft plaatsgevonden wordt deze in de balans opgenomen.
Financiële instrumenten
Valutarisico
Oasen loopt geen risico, alle werkzaamheden vinden vrijwel allemaal plaats binnen Nederland.
Marktrisico
Oasen loopt geen risico ten aanzien van de waardering van aandelen, opgenomen onder financiële vaste activa.
Rente- en kasstroomrisico
Oasen loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Met betrekking tot de vorderingen en schulden worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico gecontracteerd.
Kredietrisico
Oasen loopt geen significante kredietrisico's. Verkoop vindt naast reguliere particulieren, plaats aan zakelijke afnemers die voldoen aan de kredietwaardigheidstoets van Oasen. Verkoop vindt plaats op basis van krediettermijnen tussen de 30 en 60 dagen. Voor grote leveringen kan een afwijkende krediettermijn van toepassing zijn. In dat geval worden aanvullende zekerheden gevraagd, waaronder garantiestellingen.
Oasen heeft geen significante concentraties van debiteurenrisico. De vorderingen op klanten bedraagt in totaal € 8,3 miljoen (ultimo 2023: € 7,1 miljoen). Hiervoor is een voorziening van € 1,3 miljoen getroffen (ultimo 2023: € 1,1 miljoen).
Liquiditeitsrisico
Oasen maakt gebruik van meerdere banken om over meerdere kredietfaciliteiten te kunnen beschikken. Voor zover noodzakelijk, worden nadere zekerheden verstrekt aan de kredietinstellingen.
Winst- en verliesrekening
De vennootschap verwerkt opbrengsten per afzonderlijke prestatieverplichting. Een prestatieverplichting betreft een toezegging in een overeenkomst tot levering van:
een te onderscheiden goed of dienst of een combinatie van goederen of diensten die gezamenlijk te onderscheiden zijn van overige toezeggingen in de overeenkomst; of
een reeks van te onderscheiden diensten die grotendeels hetzelfde zijn.
Een toegezegd goed of toegezegde dienst is te onderscheiden als wordt voldaan aan de volgende criteria: de afnemer kan de voordelen van de goederen of diensten zelfstandig benutten, al dan niet gezamenlijk met middelen die de afnemer heeft of kan verkrijgen; en de toezegging om de goederen of diensten te leveren is te onderscheiden van de overige in de overeenkomst opgenomen toezeggingen.
Indien twee of meer in een overeenkomst opgenomen toezeggingen van de vennootschap om goederen of diensten te leveren niet afzonderlijk te onderscheiden zijn, worden de toezeggingen gecombineerd tot een combinatie van goederen of diensten die gezamenlijk te onderscheiden zijn van overige toezeggingen in de overeenkomst.
Ingeval er sprake is van meerdere prestatieverplichtingen in een overeenkomst, wordt de totale transactieprijs aan de prestatieverplichtingen toegerekend naar rato van de waarde van de prestatieverplichtingen. De vennootschap baseert deze waarde op de zelfstandige verkoopprijs per prestatieverplichting. Als de zelfstandige verkoopprijs niet bekend is, maakt de vennootschap gebruik van schattingen.
Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden opgenomen in de netto-omzet tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding. Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer de belangrijke risico's en voordelen van eigendom aan de koper zijn overgedragen, het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de verschuldigde vergoeding waarschijnlijk is, de hiermee verband houdende kosten of eventuele retouren van goederen betrouwbaar kunnen worden ingeschat en er geen sprake is van voortgezette betrokkenheid bij de goederen.
De kosten worden bepaald op basis van historische kostprijs en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Voorzienbare verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in acht genomen, indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Netto-omzet waterlevering
De netto-omzet waterlevering omvat het vastrecht en het gefactureerde waterverbruik tot aan de laatste opnamedatum van de watermeters, alsmede een raming van het nog te factureren verbruik en vastrecht over de periode vanaf de laatste opnamedatum van de watermeters tot en met 31 december. Onder netto-omzet waterlevering wordt verstaan de opbrengst van de in het verslagjaar gerealiseerde afzet.
Overige netto-omzet
Onder de overige netto-omzet worden opbrengsten verantwoord die niet direct gerelateerd zijn aan de kernactiviteiten. Hieronder zijn opgenomen opbrengsten uit:
Verhuizingen/nieuwe aansluitingen en incasso;
Brandkranen, dit betreft deels een eenmalige bijdrage en een jaarlijks terugkerende vergoeding ten behoeve van het onderhoud;
Huur & pacht;
Meeliftvergoedingen, betreft vergoedingen van gemeenten voor het meeliften op de rekening van Oasen voor verontreinigingsheffingen, rioolheffingen en afvalstoffenheffingen;
Boete niet tijdige betaling;
Opbrengsten watermonsters voor derden;
Verkoop van activa;
Amortisatie egalisatierekening bijdragen derden.
Periodiek betaalbare beloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening zodra ze verschuldigd zijn aan werknemers. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de vennootschap.
Pensioenlasten
De pensioenen zijn ondergebracht bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). De regeling is te typeren als toegezegde pensioenregeling. In de jaarrekening mag deze regeling echter worden verwerkt als een toegezegde bijdrageregeling, aangezien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de rechtspersoon is aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds en past tezamen met andere rechtspersonen dezelfde pensioenregeling toe; en
de rechtspersoon heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds, anders dan het voldoen van hogere toekomstige premies.
Oasen betaalt als gevolg van het voorgaande op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Oasen heeft geen verplichtingen uit hoofde van haar pensioenregeling naast de betaling van premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten op het moment dat deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze tot een terugstorting leiden of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen.
Overige bedrijfskosten
Dit betreffen de kosten die Oasen maakt ten behoeve van haar exploitatie en bestaan onder meer uit precario, energie, chemicaliën en overige externe kosten. Deze kosten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Grondwaterheffingen
Dit zijn kosten die Oasen maakt ten behoeve van haar exploitatie en betreffen belastingen die verbonden zijn aan het onttrekken van grondwater en worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Belastingen
Vanaf 1 januari 2016 zijn alle overheidsondernemingen gedreven in de vorm van een NV, BV of coöperatie integraal vennootschapsbelastingplichtig. Voor Oasen geldt dat alle niet wettelijke (commerciële) activiteiten belastingplichtig zijn. De wettelijke drinkwateractiviteiten zijn niet belast. Hiervoor geldt een vrijstelling op grond van artikel 8f lid 1 sub b Wet Vpb 1969. Dit betreft het merendeel van de activiteiten van Oasen. Activiteiten waar wel vennootschapsbelasting over betaald moet worden zijn onder andere de verhuur van (voormalige) dienstwoningen, verpachting van grond en de verkoop van reststoffen.
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en beleggingen die zonder beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet in geldmiddelen. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gewogen gemiddelde koers van de verslagperiode/de koers op de datum dat de transacties hebben plaatsgevonden. Koersverschillen inzake geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond.
Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen ruil van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasecontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten. Kasstromen uit financiële afgeleide instrumenten die worden verantwoord als reële waarde-hedges of kasstroom-hedges worden in dezelfde categorie ingedeeld als de kasstromen uit de afgedekte balansposten. Kasstromen uit financiële derivaten waarbij hedge accounting niet langer wordt toegepast, worden consistent met de aard van het instrument ingedeeld, vanaf de datum waarop de hedge accounting is beëindigd.
Leasing
Oasen kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm. Classificatie van de lease vindt plaats op het tijdstip van het aangaan van de betreffende leaseovereenkomst.
Leasebetalingen en vergoedingen inzake operationele leases worden lineair over de leaseperiode ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht, tenzij een andere toerekeningsystematiek meer representatief is voor het patroon van de met het leaseobject te verkrijgen voordelen. Als de vennootschap optreedt als lessor in een operationele lease, wordt het actief als leaseobject verwerkt in de balans overeenkomstig de aard van dat actief.
De leasebaten (exclusief vergoeding voor dienstverlening, zoals verzekering en onderhoud) als bestanddeel van de leasebetalingen worden op tijdsevenredige basis verwerkt over de leaseperiode. Initiële directe kosten, niet zijnde verkoopkosten, die gemaakt worden om opbrengsten te genereren uit operationele leases worden direct ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht.
Dotaties
Dotaties aan voorzieningen worden ten laste van het resultaat gebracht en vallen onder overige bedrijfskosten.
Bijzondere waardevermindering
Indien omstandigheden hiertoe aanleiding geven, wordt vastgesteld of sprake is van bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa en financiële vaste activa. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van deze activa. Voor de activa is de realiseerbare waarde gelijk aan de hoogste van de reële waarde minus de verkoopkosten of de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen. Het bedrag van de afwaardering wordt separaat zichtbaar ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Nadat een verlies wegens bijzondere waardevermindering is verwerkt, wordt de jaarlijkse afschrijving aangepast aan de herziene boekwaarde verminderd met de restwaarde. Indien het bedrag van de afwaardering groter is dan de boekwaarde van het actief, moet worden bezien of een voorziening moet worden gevormd. Terugneming van een bijzondere waardevermindering is mogelijk indien er gegronde indicaties zijn dat het eerder verantwoorde verlies niet meer bestaat of is verminderd.
Financiële baten en lasten
Dit betreft de kosten die samenhangen met het aantrekken van vreemd vermogen, alsmede de eventuele koersverschillen hierop en waardeveranderingen en uitkeringen van financiële vaste activa.
Rentebaten en -lasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.